Elektriciteitsbalans; aanbod en verbruik
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft het aanbod van elektriciteit weer. Uit het aanbod wordt het verbruik berekend. Het aanbod van elektriciteit betreft de productie plus invoer minus uitvoer. Het grootste deel van de geproduceerde elektriciteit wordt afgeleverd aan het openbare elektriciteitsnet door bijvoorbeeld elektriciteitscentrales en windmolens. Een kleiner deel wordt door bedrijven zelf opgewekt ten bate van hun eigen bedrijfsprocessen. Zo wekken veel tuinders zelf elektriciteit op voor de belichting van hun kassen.
De netto productie wordt bepaald als bruto productie minus het eigen verbruik van elektriciteit. Het eigen verbruik is de hoeveelheid elektriciteit die een producent of installatie verbruikt bij de elektriciteitsproductie. De netto productie wordt in deze tabel uitgesplitst naar de volgende energiebronnen waaruit de elektriciteit wordt geproduceerd: kernenergie, kolen, olieproducten, aardgas, biomassa, overige brandstoffen (niet-hernieuwbaar), waterkracht, windenergie, zonnestroom en overige bronnen.
De in- en uitvoer wordt nader uitgesplitst naar het land van herkomst of bestemming.
Het totale netto verbruik van elektriciteit in Nederland wordt berekend als de netto productie plus de invoer verminderd met de uitvoer en de distributieverliezen.
Gegevens beschikbaar vanaf:
Volledige gegevens per maand zijn beschikbaar vanaf 2015. Vanaf 1936 per jaar en vanaf 1976 per maand zijn alleen de totale productie, invoer en uitvoer bekend.
Status van de cijfers:
- tot en met 2022 definitief;
- 2023 zijn nader voorlopig;
- 2024 is voorlopig.
Wijzigingen per 20 december 2024:
Cijfers over oktober 2024 zijn toegevoegd.
Wijzigingen per 29 november 2024:
Cijfers over september 2024 zijn toegevoegd.
Wijzigingen per 20 november 2024:
Deze tabel is gereviseerd voor 2015 t/m 2021 als gevolg van nieuwe methoden die ook voor 2022 en 2023 zijn toegepast. Het gaat om wijzigingen van maximaal een paar Petajoules van het totale aanbod en verbruik op jaarbasis. Daarnaast zijn de cijfers van de uitvoer naar België in het eerste kwartaal van 2000 gereviseerd. Voorheen was de uitvoer naar België in het eerste kwartaal 2000 geheel geboekt op de maand februari. Dat is gecorrigeerd en verdeeld over de maanden januari, februari en maart.
Wijzigingen per 31 oktober 2024:
Cijfers over augustus 2024 zijn toegevoegd.
Wijzigingen per 7 juni 2024:
Nader voorlopige cijfers over 2023 zijn toegevoegd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Voorlopige cijfers: de tweede maand na afloop van de verslagperiode.
Nader voorlopige cijfers: uiterlijk in december van het jaar volgend op het verslagjaar.
Definitieve cijfers: uiterlijk in december van het tweede jaar volgend op het verslagjaar.
Toelichting onderwerpen
- Bruto productie
- De totale hoeveelheid opgewekte elektriciteit in Nederland. Dit is zonder aftrek van het eigen verbruik van de installaties waarmee de elektriciteit is geproduceerd.
- Eigen verbruik bij elektr.productie
- De hoeveelheid elektriciteit die een producent of installatie verbruikt bij de elektriciteitsproductie.
- Netto productie
- De totale hoeveelheid opgewekte elektriciteit in Nederland minus het eigen verbruik van de installaties waarmee de elektriciteit is geproduceerd.
- Netto productie, totaal
- Kernenergie
- Energie die vrijkomt bij splitsing of fusie van atoomkernen. Door verhitting van water wordt deze energie omgezet in stoom onder hoge druk. Vervolgens kan met deze stoom elektriciteit worden opgewekt met behulp van een stoomturbine.
- Brandstoffen
- Stof waaruit door middel van verbranding energie wordt gewonnen.
- Brandstoffen, totaal
- Kolen
- Kool bestaat uit steenkool, bruinkool en koolproducten. Steenkool en bruinkool zijn vaste fossiele brandstoffen die bestaan uit verkoolde plantenresten. Het verkolen is een gevolg van langdurige blootstelling aan hoge temperatuur en druk. De belangrijkste koolproducten in Nederland zijn cokesovencokes, cokesovengas, hoogovengas en steenkoolteer. Voor elektriciteitsproductie wordt in Nederland gebruik gemaakt van steenkool (ketelkool), cokesovengas en hoogovengas.
- Olieproducten
- Vloeibare en gasvormige brandstoffen gemaakt uit aardoliegrondstoffen zoals ruwe olie en aardgascondensaat. Voorbeelden van aardolieproducten zijn benzine, gasolie/diesel, kerosine, zware stookolie, LPG, nafta en olierestgassen. Voor elektriciteitsproductie wordt in Nederland gebruik gemaakt van olierestgassen en een klein beetje andere olieproducten.
- Aardgas
- Gas van natuurlijke oorsprong dat vooral bestaat uit methaan. Het ontstaat bij hetzelfde proces dat tot de vorming van aardolie leidt. Voor vervoer over lange afstanden per schip wordt aardgas vloeibaar gemaakt.
- Biomassa
- Plantaardig of dierlijk materiaal van recente oorsprong in gebruik voor de productie van energie. Voorbeelden zijn hout, mest en afval uit de voedselverwerkende industrie.
- Overige brandstoffen (niet-hernieuwbaar)
- Het niet-hernieuwbare deel van huishoudelijk en industrieel afval.
- Waterkracht
- Energie, opgewekt met behulp van vallend of stromend water.
- Windenergie
- Windenergie, totaal
- Energie, opgewekt met een windmolen of windturbine.
Windmolens staan op land of in binnenwateren of op zee. Windmolens geplaatst in binnenwateren, zoals het IJsselmeer, worden gerekend bij windenergie op land.
Het op zee plaatsen van windmolens is veel duurder dan op land. Daar staat tegenover dat het op zee harder waait en dat de landschappelijke inpasbaarheid vaak als minder problematisch wordt ervaren.
- Windenergie op land
- Windenergie afkomstig van windmolens op land.
Ook de windmolens geplaatst in binnenwateren, zoals het IJsselmeer, vallen hieronder.
- Windenergie op zee
- Energie afkomstig van windmolens op zee.
In het najaar van 2006 is het eerste windpark op zee in gebruik genomen.
- Zonnestroom
- Zonnestraling omgezet in elektriciteit. Ook bekend als fotovoltaïsch opgewekte zonne-energie.
- Overige bronnen
- Bijvoorbeeld expansieturbines (waarin gassen onder hoge druk uitzetten, waardoor de turbine elektriciteit produceert), (rest)stoom, voedingwater.
- Invoer
- Elektriciteit die via het hoogspanningsnet het land binnenkomt. Nederland heeft rechtstreekse verbindingen met België, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Denemarken.
- Invoer, totaal
- België
- Denemarken
- Duitsland
- Verenigd Koninkrijk
- Noorwegen
- Uitvoer
- Elektriciteit die via het hoogspanningsnet het land uitgaat. Nederland heeft rechtstreekse verbindingen met België, Denemarken, Duitsland, Engeland en Noorwegen.
- Uitvoer, totaal
- België
- Denemarken
- Duitsland
- Verenigd Koninkrijk
- Noorwegen
- Distributieverliezen
- Elektriciteit die verloren gaat. Dit betreft de totale netverliezen, dus het fysieke verlies door het transport van elektriciteit en het administratieve verlies door fraude, meetfouten en onvolkomenheden in de administratie.
- Netto verbruik (berekend)
- Het totale netto verbruik van elektriciteit in Nederland wordt berekend als de netto productie plus de invoer verminderd met de uitvoer en de distributieverliezen.